diagnose
- De conventie stelt dat de ideale bloedglucose-waarde (de bloedglucosespiegel) tussen de 4 en de 6 mmol/liter dient te liggen. Indien de 'nuchtere' waarden bij een onbehandeld persoon boven de 6.9 mmol/l en 'niet-nuchter' boven de 11.0 mmol/l liggen, spreekt men van diabetes. In het grijze gebied tussen deze grenswaarden spreken sommigen wel, anderen niet van diabetes. Landelijk en internationaal worden over deze waarden periodiek afspraken gemaakt of ze worden herzien door medici op grond van onderzoeksresultaten.